Privaatrechtelijke erfdienstbaarheden in het oud en nieuw Burgerlijk Wetboek
Beschrijving
Erfdienstbaarheden, lasten op erven gelegd tot gebruik en tot nut van erven die aan andere eigenaars toebehoren (art. 637 oud BW) a.k.a. lasten op onroerende goederen (de lijdende erven) tot gebruik en tot nut van andermans onroerende goederen (de heersende erven) (art. 3.114 nieuw BW). Eeuwenoude zakelijke rechten, voor de ene randinformatie in een authentieke koopakte, voor de andere een nuttig instrument voor projectontwikkeling. Maar begint iedereen als een tabula rasa als gevolg van de komst van het nieuw Burgerlijk Wetboek?Hoe past men het nieuw Burgerlijk Wetboek überhaupt toe, wetende dat art. 37 van de Wet van 4 februari 2020 houdende boek 3 “Goederen” van het Burgerlijk Wetboek in een zogeheten “eerbiedigende werking” als overgangsbepaling voorziet, ervan uitgaande dat erfdienstbaarheden in de regel eeuwigdurend zijn?In deze webinar wordt een interne rechtsvergelijking (oud – nieuw Burgerlijk Wetboek) uitgevoerd alsook stilgestaan bij het (gebrek aan) nut van privaatrechtelijke erfdienstbaarheden voor projectontwikkeling. Deze insteek laat toe deze webinar aan te bieden aan vastgoedjuristen die dagdagelijks met erfdienstbaarheden werken én (niet-) juristen die hun kennis willen verdiepen.