Als vastgoedmakelaar bepaal je zelf je commissie. Volgens de Economische Inspectie ben je verplicht om voor je geleverde diensten, de prijs (het ereloon) schriftelijk, ondubbelzinnig, goed leesbaar en op een voor de consument goed zichtbare plaats (van buitenaf) te afficheren. Niet iedereen is het echter eens met dit standpunt. De discussie gaat over de aard van de diensten van de vastgoedmakelaar, meerbepaald of die diensten homogeen of heterogeen zijn.
Homogene diensten: met gelijkaardige of identieke eigenschappen, met name onafhankelijk van het moment of van de plaats van uitvoering, van de dienstverlener of van de persoon waarvoor de diensten bestemd zijn. In deze hypothese moet de onderneming een tarief opnemen met de verschillende diensten die zij aanbiedt en de overeenkomstige prijzen (cfr. KB van 30 juni 1996).
Heterogene diensten: diensten met kenmerkende bijzonderheden, waardoor het bijgevolg onmogelijk is een tarief aan te kondigen. Voor dit soort dienst kan de consument altijd een prijsopgave vragen aan de onderneming, waarmee hij vergelijkingen kan maken.
De FOD Economie controleert de naleving van verschillende wetgevingen. Ook vastgoedmakelaars zijn onderhevig aan deze controles. Wil je een discussie met de Economische Inspectie vermijden, dan doe je er goed aan gewoon je tarieven te afficheren.
Totaalprijs duidelijk zichtbaar
Je hangt de prijs voor je geleverde diensten (het ereloon) dus op een voor de consument zichtbare plaats. Je vermeldt een vast bedrag (forfaitair dus) en/of procentueel berekend bedrag. Het geafficheerde tarief is de totaalprijs te betalen door de consument, inclusief btw en alle andere taksen of diensten die de consument verplicht extra moet betalen.
Een voorbeeld. Stel dat je als vastgoedmakelaar 4% (exclusief BTW) commissie rekent op de bekomen verkoopprijs dan zal je, rekening houdend met voornoemde wetsbepaling, 4,84% dienen te afficheren als tarief, zo niet wordt de 4% commissieloon aanzien als btw-inclusief.
Samengevat. De prijs voor je diensten (erelonen / tarieven) is:
de totaalprijs (BTW en eventuele andere taksen/verplichte kosten inbegrepen);
schriftelijk en leesbaar;
van buitenaf zichtbaar en ondubbelzinnig.
Het Wetboek van Economisch Recht (boek VI - art. VI.3 tot 6 WER) en het kb van 30 juni 1996 bepalen de regels die van toepassing zijn op de prijsaanduiding.