De tuchtprocedure

Bij de Kamers van het BIV kan je enkel een klacht indienen tegen een erkend vastgoedmakelaar voor een deontologische overtreding. Op deze pagina lees je wat er gebeurt nadat we een tuchtklacht ontvangen, en welke uitspraken de Kamers in tuchtdossiers kunnen doen - en welke niet.

Tuchtprocedure
Klachtenafhandeling door UK (schema)
©BIV

Gevolgen van een tuchtsanctie

Waarschuwing of berisping

Als je een waarschuwing of berisping opgelegd krijgt, dan heeft dat geen invloed op de uitoefening van je activiteiten. Blijven we echter nieuwe klachten ontvangen, dan zal de Uitvoerende Kamer in een volgend dossier minder geneigd zijn begrip te tonen.

Daarentegen is het wel niet meer mogelijk om je kandidaat te stellen bij de BIV-verkiezingen. Wie reeds een lopend mandaat bekleedt binnen de Kamers, de Nationale Raad of het Bureau, zal ten gevolge van het oplopen van deze sancties automatisch uit zijn mandaat worden ontheven.

De waarschuwing en de berisping zijn de enige sancties die automatisch komen te vervallen na een periode van 5 jaar. Indien tijdens deze periode van 5 jaar andere sancties werden opgelopen dan zullen deze niet automatisch komen te vervallen, maar zal men zich tot de Kamer van Beroep moeten wenden voor het bekomen van een eerherstel. Dit kan ten vroegste 5 jaar na de meest recente beslissing.

Schorsing of schrapping

Een geschorste makelaar moet alle vastgoedmakelaarsactiviteiten tijdens de periode van de schorsing stopzetten. 

Een geschrapte makelaar moet alle vastgoedmakelaarsactiviteiten permanent stopzetten.

Beide sancties hebben tot gevolg dat het recht om stagemeester te zijn of te worden komt te vervallen (ook indien het een schorsing met uitstel betreft). Net als bij de waarschuwing en de berisping kan men zich niet langer kandidaat stellen bij de BIV-verkiezingen. Wie een mandaat bekleedt binnen het Instituut zal eveneens automatisch uit dit mandaat worden ontheven.

De gevolgen van een schorsing of een schrapping blijven behouden tot men van de Kamer van beroep een eerherstel heeft bekomen. Een verzoek tot eerherstel kan ten vroegste gevraagd worden 5 jaar na de uitspraak of 5 jaar na de laatste beslissing (indien meerdere sancties werden opgelopen). De Kamer van beroep beoordeelt geval per geval of het verzoek kan worden ingewilligd.

Bijkomende vorming

De Kamers kunnen ook overgaan tot het opleggen van aanvullende vorming. Deze aanvullende vorming wordt meestal voorzien als voorwaarde bij een opschorting van de uitspraak of bij een voorwaardelijke sanctie. Van de vastgoedmakelaar wordt dan verwacht dat hij op eigen initiatief de bewijzen voorlegt dat de gevraagde vorming werd gevolgd binnen de daartoe voorziene termijn, wil hij vermijden dat een effectieve sanctie wordt opgelegd of dat de opschorting wordt herroepen.