Sluiting Ford Genk: Vlaamse vastgoedmakelaars vragen regering ook stil te staan bij gigantisch belang voor professioneel vastgoed in Limburg

Het bericht over de sluiting van Ford Genk komt ook hard aan voor de Vlaamse vastgoedmakelaars, die erop wijzen dat de fabriek in Genk op één van de grootste industrieterreinen van ons land ligt en bovendien dé draaischijf is voor de markt van het professioneel vastgoed in Limburg. We leven uiteraard mee met de getroffen werknemers, hun familie en de vele toeleveranciers. Maar de sluitingen van andere, gelijkaardige sites hebben duidelijk gemaakt hoe lastig het is om een goede, alternatieve invulling te vinden voor dit soort bedrijfsruimten. Als straks de eerste bittere pil is doorgeslikt, moeten ook daarvoor zonder aarzeling de eerste voorbereidingen  getroffen worden.

Met de sluiting van de sites van Renault Vilvoorde in 1996 en General Motors in Antwerpen in 2010 in het achterhoofd, willen de Vlaamse vastgoedmakelaars de verschillende overheden erop wijzen hoe loodzwaar het is om voor dit soort bedrijfssites een volwaardige, alternatieve invulling te vinden. Met de 170 hectare van Ford Genk zal Limburg straks voor een gelijkaardig probleem komen te staan. Het belang van een tijdige en professionele voorbereiding om een eventuele herbestemming in goede banen te leiden, is dan ook cruciaal, zo luidt de boodschap van de Vlaamse makelaardij aan zowel de Vlaamse als de federale regering.

“Herbestemming wordt lastig. Daarom moeten we tijdig nodige voorbereidingen treffen voor reconversie”

Als de fabriek straks sluit, moet men volgens de makelaars zo snel mogelijk over een reconversie van de getroffen bedrijfsruimte durven spreken. En dat ten voordele van de Limburgse werkgelegenheid en de regionale vastgoedmarkt. Daarbij mag uiteraard niet vergeten worden dat Limburg een uitstekende ligging kent voor internationale distributiecentra en dat de bewuste site vandaag perfect ontsloten is.

De Vlaamse vastgoedmakelaardij toont zich bij deze alvast bereid om actief en constructief mee te denken over de mogelijke invulling voor reconversie.