De “goede ruimtelijke ordening” en andere criteria voor de beoordeling van bouwaanvragen

De “goede ruimtelijke ordening” en andere criteria voor de beoordeling van bouwaanvragen (3u)

De vastgoedmakelaar krijgt vaak de vraag of een woning kan verbouwd of uitgebreid worden en of hiervoor m.a.w. een vergunning verkregen kan worden. En dat geldt uiteraard ook voor nieuwbouwprojecten. 

De overeenstemming van een project met stedenbouwkundige en/of verkavelingsvoorschriften (cf. planvoorschriften) is maar een eerste en niet altijd voldoende voorwaarde voor het verkrijgen van een vergunning. Naast deze ‘legaliteitstoets’, geldt immers ook een ‘opportuniteitstoets’ waarbij de vergunningverlener, die over een zekere “beoordelingsvrijheid” (appreciatiemarge) beschikt, onderzoekt of het project ook verenigbaar is met de “goede ruimtelijke ordening”. 

Welke beginselen en inhoudelijke criteria moeten daarbij in acht genomen worden? Welke eisen gelden er op het vlak van motivering? 

Tenslotte wordt ook aandacht besteed aan een aantal “bijzondere” beoordelingsgronden en de mogelijkheid om af te wijken van stedenbouwkundige voorschriften. 

Volgende zaken komen aan bod:  

• Beoordelingsgronden: algemeen kader en uitgangspunten 
• De “goede ruimtelijke ordening”: beginselen, inhoudelijke invulling en aandachtspunten (o.a. ‘bestaande toestand’, ‘beleidsmatig gewenste ontwikkelingen’, ‘ruimtelijk rendement’,...) 
• Bijzondere decretale beoordelingsgronden 
• Afwijkingsbepalingen 
• Praktijkvoorbeelden – rechtspraak