Studentenhuur in de 3 gewesten

Onderwerpen uit de vastgoedpraktijk

Aangemaakt op 21/12/2021

Laatste update 12/05/2022

Er wordt uitdrukkelijk bepaald dat de bewoner een student moet zijn. Als student wordt gezien iedere persoon die ingeschreven is bij een instelling die voltijds onderwijs aanbiedt. Wanneer de student zijn hoofdverblijfplaats in het studentenverblijf vestigt (mits toestemming van de verhuurder), dan zijn de bepalingen rond huurovereenkomsten met betrekking tot hoofdverblijfplaatsen van toepassing.

Wat de onderhouds- en herstellingsplicht bij studentenhuur betreft wordt uitdrukkelijk voorzien dat de Vlaamse Regering een specifieke lijst van kleine herstellingen voor studentenhuisvesting zal opstellen.

Er wordt bepaald dat de huurprijs die in de huurovereenkomst wordt overeengekomen ook alle kosten en lasten moet bevatten, uitgezonderd water, energie en telecommunicatie en de belasting op tweede verblijven. Hierdoor kunnen studenten een objectieve vergelijking tussen de verschillende verhuurders maken.

Er komt voor studentenverhuur een verbod op een stilzwijgende verlenging. De huurovereenkomst moet niet uitdrukkelijk opgezegd worden door de verhuurder of door de student.

Er worden drie beëindigingsgronden ingeschreven die specifiek zijn voor studentenhuur. De student kan de huurovereenkomst beëindigen voor de inwerkingtreding van de huurovereenkomst. In dat geval is een opzegvergoeding verschuldigd van twee maanden huur als de huurovereenkomst wordt beëindigd minder dan drie maanden voor de inwerkingtreding van de huurovereenkomst. Bij de beëindiging van zijn studies en bij het overlijden van één van de ouders of een andere persoon die instaat voor het onderhoud van de student bedraagt de opzegtermijn twee maanden en neemt hij aanvang de eerste dag van de maand die volgt op de maand waarin de opzegging wordt gedaan. De student moet in de deze laatste twee gevallen geen opzegvergoeding betalen. 

De overdracht van de huurovereenkomst en onderverhuring bij studentenverhuur zijn principieel verboden, behalve met voorafgaande schriftelijke toestemming van de verhuurder. Er is wel een uitzondering wanneer de student deelneemt aan een uitwisselingsprogramma of een stage moet volbrengen. Hij heeft dan het recht om de huurovereenkomst over te dragen of het goed onder te verhuren aan een andere student. De verhuurder kan zich daartegen niet verzetten, tenzij hij gegronde redenen aanvoert (bv. de solvabiliteit van de overnemer).

De student dient zijn hoedanigheid van student te bewijzen met een bewijs van inschrijving in een onderwijsinstelling.

De duur van de huurovereenkomst is maximaal één jaar.

De verhuurder kan de huurovereenkomst beëindigen op haar einddatum, mits een opzeggingstermijn van drie maanden. Gebeurt dit niet, dan wordt de overeenkomst met een jaar verlengd.

De student kan de overeenkomst op elk ogenblik opzeggen mits een opzeggingstermijn van 2 maanden na te leven.

Huurovereenkomsten die voor een duur korter dan of gelijk aan drie maanden gesloten worden, kunnen niet vroegtijdig opgezegd worden.

De huurder kan de huurovereenkomst vroegtijdig opzeggen, tot één maand vóór hij in het gehuurde intrekt, als hij gegronde redenen inroept.

De partijen kunnen de herziening van de huurprijs op het einde van elke driejarige periode aanvragen, volgens de voorwaarden bedoeld in artikel 240 § 4.

De Brusselse wetgever voorziet ook in de toekenning van een specifiek label voor de studentenhuurovereenkomst.

De Regering bepaalt de vereisten waaraan deze goederen, de verhuurders of de studenten moeten voldoen om zich een dergelijk label te laten toekennen. Het betreft onder andere kwaliteitsnormen of zelfs eventuele stimuli die het mogelijk moeten maken om voorbeeldige studentenwoningen op de huurmarkt te brengen.

De student dient zijn hoedanigheid van student te bewijzen met een bewijs van inschrijving in een onderwijsinstelling.

De duur van de huurovereenkomst is maximaal één jaar.

Bij het verstrijken van de huurovereenkomst kan elke partij ze beëindigen met een opzegtermijn van één maand. Gebeurt dit niet, dan wordt de overeenkomst met een jaar verlengd.

De student kan de overeenkomst op elk ogenblik opzeggen mits:

  • een opzegtermijn van 2 maanden
  • die dient te worden gegeven vóór de 15e maart van het lopende jaar
  • en betaling van een schadevergoeding die overeenstemt met drie maanden huur

Deze schadevergoeding is niet verschuldigd indien:

  • de student kan bewijzen dat zijn inschrijvingsaanvraag werd geweigerd, onontvankelijk was of dat hij zijn studie heeft stopgezet
  • de verhuurder schriftelijk akkoord gaat met een overdracht van de huurovereenkomst en met de door de student voorgestelde vervanger, indien de student of de kandidaat-huurder indien deze geen student is, zijn huurovereenkomst uiterlijk op de laatste dag van de opzegperiode overdraagt
  • een van de ouders of een andere verantwoordelijke van de student overlijdt.

Het decreet voorziet ook in de mogelijkheid voor de student om zijn huurovereenkomst over te dragen indien hij zijn studie moet voortzetten op een plaats die ver verwijderd is van zijn gewone studieplaats, voor een periode van meer dan een maand. Het betreft meer bepaald een vertrek naar het buitenland of naar een andere instelling voor secundair of hoger onderwijs in het kader van Erasmus of gelijkaardige programma’s, stages, …

Het decreet voorziet ook in het oprichten van een label voor “kwaliteitsvolle studentenhuisvesting”.

De memorie van toelichting bepaalt dat het onder andere gaat om “te bereiken kwaliteitsnormen of zelfs eventuele stimuli die het mogelijk moeten maken om voorbeeldige studentenwoningen op de huurmarkt te brengen”.

Was dit artikel nuttig?