Begin juni publiceerden we ons jaarverslag 2022. Elke week zoomen we in op een welbepaald topic uit dat jaarverslag. Vandaag belichten we de tuchtcijfers.
Afgelopen jaar werden aan beide taalzijden samen 1.547 tuchtdossiers geopend. Dat waren er 47 meer dan in 2021. De Nederlandstalige Uitvoerende Kamer opende 1.011 tuchtdossiers, de Chambre exécutive opende er 536. De meeste klachten handelen over bemiddeling bij verhuur- en verkoop en over ontoereikend beheer in mede-eigendommen.
Er werden in totaal 276 tuchtbeslissingen genomen in 353 dossiers. Er waren 1.057 seponeringen. Dat lijkt een hoog cijfer, maar kan vele oorzaken kennen. Een klacht kan geseponeerd worden omdat het om een burgerlijk geschil gaat waarvoor het BIV niet bevoegd is, er kunnen te weinig bewijzen aanwezig zijn, de partijen kunnen onderling al tot een oplossing zijn gekomen, enz.
Wat de uitspraken betreft, telden we 23 schrappingen, 142 schorsingen, 19 berispingen, 30 waarschuwingen en 6 vrijspraken. Daarnaast waren er 56 uitspraken die we onder de categorie ‘andere’ onderbrengen. Het kan hier bv. gaan om een beslissing tot aanvullend onderzoek, om een uitstel enz.
Minstens even interessant om onder de loep te nemen zijn de proactieve controles die onze referendarissen in de vastgoedkantoren uitvoeren op aansturen van onze rechtskundige assessoren. Er werden aan beide taalzijden 436 proactieve controles uitgevoerd, waarvan 354 in Vlaanderen. Daar leidden 17 dossiers tot een oproeping voor de tuchtkamer, dat is net geen 5%. In 195 dossiers waren er lichte tekortkomingen en volstond een vermanende brief van de rechtskundige assessor met de vraag om de nodige aanpassingen te doen. 69 dossiers waren bij het begin van dit jaar nog lopende en 73 dossiers konden zonder gevolg worden afgesloten. Het feit dat er maar gering wordt opgeroepen bewijst dat deze controles hun vruchten afwerpen.