Dit nieuws is 7 jaar oud en is mogelijk niet meer actueel. Consulteer het nieuwsoverzicht voor up-to-date nieuws.
In deze BIV-Mail willen we graag art. 2,9°, aangaande het opzegbeding, nog eens in herinnering brengen.
"Het opzeggingsbeding dat de consument de bevoegdheid toekent om de bemiddelingsopdracht voor de toekomst op eenzijdige beslissing te beëindigen zonder dat enige motivering vereist is. In geval een opzegvergoeding wordt voorzien, kan de opzegvergoeding niet meer bedragen dan 50% van het ere- of commissieloon van de makelaar op voorwaarde dat de consument het onroerend goed, voorwerp van bemiddelingsopdracht, niet verkoopt of verhuurt binnen de 6 maanden na de opzegging.”
Een opzegbeding moet verplicht worden opgenomen in een overeenkomst en laat de opdrachtgever toe om de bemiddelingsopdracht op éénzijdige beslissing stop te zetten, zonder dit te moeten motiveren. Indien de bemiddelingsovereenkomst een opzegvergoeding voorziet, mag deze niet meer dan 50% bedragen van het ere- of commissieloon, op voorwaarde dat de opdrachtgever het goed niet binnen de 6 maanden na opzeg verhuurt of verkoopt.
Indien de opdrachtgever toch verkoopt of verhuurt binnen de 6 maanden na de opzeg kan men recht hebben op 75 % van het commissieloon. De vergoeding kan oplopen tot 100% indien de verkoop werd afgesloten met iemand aan wie de vastgoedmakelaar precieze en individuele informatie heeft verschaft. Zie ook punt 5 in de verklarende nota rond het KB van 12 januari 2007.