Terug naar het overzicht

Renovatieverplichting voor niet-residentiële gebouwen op komst

woensdag 12 mei 2021

Mensen die aan het bespreken zijn
©BIV

De Vlaamse Regering heeft afgelopen vrijdag het besluit dat uitvoering geeft aan de renovatieverplichting van niet-residentiële gebouwen principieel goedgekeurd, waar het Energiebesluit in voorziet. Ook een aantal kleine aanpassingen  aan de energieprestatiecertificatenregelgeving worden doorgevoerd Over dit besluit worden nu de nodige adviezen ingewonnen.

Het is de bedoeling dat vanaf 1 januari 2022 elk niet-residentieel gebouw (bv. bedrijfsruimten, kantoorgebouwen…) dat overgedragen wordt naar een andere eigenaar, binnen de vijf jaar aan vier energiebesparende maatregelen (dakisolatie, hoogrendementsbeglazing en de vervanging van warmte-opwekkers en koelinstallaties ouder dan 15 jaar) moet voldoen. Bovendien zal een nieuwe eigenaar van een klein residentieel gebouw (< 500 m²) vanaf 1 januari 2022 binnen de vijf jaar na de overdracht, aanvullend op het minimale maatregelenpakket, een energielabel C of beter moeten behalen. Grote niet-residentiële gebouwen waarvan de akte vanaf 1 januari 2023 wordt verleden, zullen binnen de vijf jaar na overdracht bijkomend over een minimaal aandeel van 5% hernieuwbare energie moeten beschikken. Bovendien wordt  de definitie van een  kleine niet-residentiële eenheid aangepast. Van zodra er een niet-residentiële eenheid van meer dan 500 m² in het aaneengesloten deel van niet-residentiële gebouweenheden aanwezig  is,  worden alle niet-residentiële eenheden in dat deel als groot beschouwd, ongeacht hun oppervlakte. 

Het besluit voert ook een EPC voor niet-residentiële gebouwen (EPC-NR) in. Dit EPC kan opgemaakt worden voor een niet-residentiële eenheid ongeacht de grootte ervan. Vanaf 2025 moeten alle grote niet-residentiële gebouwen met de mogelijkheid tot verwarming of koeling over een energieprestatielabel beschikken en vanaf 2030 moeten deze gebouwen een minimaal label bereiken. Voor kleine eenheden, die meestal nauw aansluiten bij het residentiële gebouwenpark, mogen eigenaars naargelang de situatie zelf beslissen welk EPC ze verkiezen (bovenstaande, dan wel het het huidige EPC klein niet-residentieel). Het EPC-NR wordt momenteel nog ontwikkeld door het VEKA. Dit zal het standaard-EPC voor niet-residentiële gebouwen worden. 

Gezien  het  toegenomen  belang  van  het  EPC in  het  kader  van  steunmaatregelen  en handhaving werd bovendien besloten het EPC verplicht door  de energiedeskundige te laten ondertekenen wanneer hij dit bezorgt aan de aanvrager. Dit was al opgenomen in het inspectieprotocol voor de energiedeskundigen maar wordt nu ook toegevoegd aan het Energiebesluit.