Dit nieuws is 8 jaar oud en is mogelijk niet meer actueel. Consulteer het nieuwsoverzicht voor up-to-date nieuws.

Terug naar het overzicht

Grondwettelijk Hof geeft BIV gelijk in privacykwestie

woensdag 2 maart 2016

Mensen die aan het bespreken zijn
©BIV

“Het spreekt voor zich dat BIV-privédetectives niet met hun visitekaartje zouden moeten zwaaien”

Het BIV schakelt eigen privédetectives in om illegale makelaars op te sporen en om bewijzen van hun onwettige uitoefening te verzamelen. Volgens de letter van de Privacywet, zouden zij zich echter bij hun onderzoeken bekend moeten maken als privédetective van het BIV. Dat tart alle logica, durven wij denken, maar toch voorziet artikel 9 van de Privacywet bij die “bekendmakingsplicht” geen uitzondering voor privédetectives die werken in opdracht van een beroepsinstituut.

De ene wel, de andere niet

Het kan niet dat de ene functionaris, bijvoorbeeld een agent van de Staatsveiligheid, zich bij het uitoefenen van zijn wettelijke taak niet kenbaar hoeft te maken terwijl de andere functionaris, bijvoorbeeld een BIV-privédetective, dat wel zou moeten doen bij de uitoefening van een evenzeer wettelijke taak. Dat oordeelt het Grondwettelijk Hof nu naar aanleiding van een vraag van het Instituut.

Artikel 9 van de Privacywet benadeelt het BIV

Op vraag van het BIV onderzocht het Grondwettelijk Hof de Privacywet, waar in artikel 9 staat dat iedereen die persoonsgebonden gegevens verwerkt, zichzelf moet bekendmaken, behalve in enkele situaties. Die uitzonderingen zijn voorzien voor veiligheidsdiensten, journalistieke doeleinden of als de gegevensverwerking plaatsvindt in het kader van antiwitwas.

Het feit dat er géén uitzondering voorzien is voor een beroepsinstituut dat met de controle van de toegang tot het beroep van vastgoedmakelaar evenzeer wettelijk gedefinieerde opdracht moet uitvoeren, maakt van het bewuste artikel 9 een artikel dat op deze manier het BIV benadeelt ten opzichte van andere instellingen die net als het BIV een wettelijke opdracht uitvoeren. “Wie weet dat een BIV-privédetective voor hem staat, kan natuurlijk alle bewijzen doen verdwijnen of het onderzoek dwarsbomen en zo het werk van de detective in het kader van onze opdracht onmogelijk maken”, argumenteerden we voor het Hof.

Tevreden

Het oordeel van het Hof betekent dat dit nadeel niet te verenigen is met het gelijkheidsbeginsel en dus niet grondwettelijk is. Gevolg: de politiek moet het artikel herzien en onze detectives moeten zich dus niet bekend maken. Zo neemt het Hof een mogelijk aanknopingspunt weg waarmee illegale makelaars hun straf dreigden te ontlopen, waar we als vastgoedmakelaars en als Instituut uiteraard zeer tevreden mee zijn.

“Het spreekt voor zich dat onze privédetectives niet met hun visitekaartje zouden moeten zwaaien. Dat het Grondwettelijk Hof ons daar nu formeel in volgt, beschouwen we als een belangrijke overwinning in de strijd tegen de illegale makelaars”, reageert BIV-woordvoerder Frank Damen.

De uitspraak van het Grondwettelijk Hof is ook van toepassing op andere beroepsinstituten.

Nieuwstags